-
1 interposer
-
2 interpose
v. stellen of plaatsen tussen; tussen beiden komen, in de rede vallen[ intəpooz]II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
3 interposition
n. liggen (plaatsen) tussen; tussenkomst -
4 put between a rock and a hard place
tussen hamer en aanbeeld plaatsenEnglish-Dutch dictionary > put between a rock and a hard place
-
5 sandwich
n. sandwich--------v. leggen, plaatsen of schuiven tussen, sandwich klaarmakensandwich1[ sænwidzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sandwich2〈 werkwoord〉1 klemmen ⇒ vastzetten, plaatsen♦voorbeelden:1 I'll sandwich her in between two other appointments • ik ontvang haar wel tussen twee andere afspraken door -
6 long distance
adj. lange afstands-, van of met betrekking tot telefoonverbinding tussen plaatsen die ver van elkaar afliggen, telefoongesprek buiten de lokale gespreksgebieden; ver weg gelokaliseerd; over een lange afstand; wat er gebeurt tussen plaatsen die ver van elkaar afliggen; (Sport-Atletiek) een loopafstand van 10.000 meter (6 mijlen en 376 yds) of langer -
7 put
n. kogelwerpen--------v. plaatsen, leggen, zetten; stoppen; stellen; merkenput1[ poet] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 → putt putt/————————put2♦voorbeelden:¶ stay put • blijven waar je bent, op zijn plaats blijven————————put32 → putt putt/♦voorbeelden:1 the ship put into the port • het schip voer/stevende de haven binnen〈 voornamelijk Brits-Engels〉 put (up)on someone • iemand last/ongemak bezorgen→ put about put about/, put back put back/, put down put down/, put in put in/, put out put out/, put over put over/, put to put to/, put up put up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 werpen ⇒ stoten, jagen7 uitdrukken ⇒ zeggen, stellen8 vertalen ⇒ overbrengen, omzetten♦voorbeelden:put an end to (one's life) • een eind maken (aan zijn leven)put a/one's finger to one's lips • de vinger voor de lippen/mond leggen 〈 als aanmaning tot zwijgen〉put one's hand on something • de hand leggen op ietsput an idea/thought into someone's head • iemand op een idee brengenput a knife between someone's ribs • iemand een mes tussen de ribben stekenput a match to something • iets aansteken/in brand stekenput money in(to) something • geld steken in ietsput pen to paper • pen op papier zettenput pressure (up)on • pressie uitoefenen opput a price on something • een prijskaartje hangen aanput one's signature to something • zijn handtekening plaatsen onder ietsput someone on the train • iemand op de trein zettenput a stop to something • een eind maken aan ietsput one's trust in • zijn vertrouwen stellen inthe death of his son put years on him • de dood van zijn zoon heeft hem ouder gemaaktput oneself into something • zich geheel/zijn beste krachten aan iets gevenput safety above cost • veiligheid boven kosten stellenput someone across the river • iemand overzettenput something before something else • iets prefereren/stellen boven iets andersput behind bars • achter de tralies zettenput something behind oneself • zich over iets heen zetten, met iets brekenput in order • in orde brengenput in an awkward position • in een moeilijk parket brengenput in(to) touch with • in contact brengen metput into circulation • in omloop brengenput into effect • ten uitvoer brengenput into power • aan de macht brengenput someone off his food • iemand de eetlust benemenput someone off his game • iemand van zijn spel afleidenput someone off learning • iemand de zin om te leren ontnemenput someone off smoking • iemand van het roken afbrengenput someone on antibiotics • iemand antibiotica voorschrijvenput someone on his guard • iemand waarschuwenput on the right track • op het goede spoor brengenput out of business • failliet doen gaan, ruïnerenput someone out of temper • iemand uit zijn humeur brengenput a Bill through Parliament • een wetsvoorstel door het parlement krijgenput one's children through university • zijn kinderen universitaire studies laten voltooienput the children to bed • de kinderen naar bed brengenput to death • ter dood brengenput a poem to music • een gedicht op muziek zettenput the children to school • de kinderen op school doenput one's son to a trade • voor zijn zoon een beroep vindenput oneself/someone to work • zich/iemand aan het werk zettenput to good use • goed gebruik maken vanput £100 towards the cost • £100 in de kosten bijdragen〈 informeel〉 put someone through it • iemand een zware test afnemen/zwaar op de proef stellenput to flight/rout • op de vlucht drijvenput someone to (great) inconvenience • iemand (veel) ongerief bezorgenput someone to trouble • iemand last/ongemak bezorgenput £1,000,000 on the taxes • de belastingen met £1.000.000 verhogenput a proposal before/to a meeting • een vergadering een voorstel voorleggenput someone onto someone • iemand aan iemand voorstellen/bij iemand introducerenhow shall I put it? • hoe zal ik het zeggento put it bluntly • om het (maar) ronduit/cru te zeggenbe hard put (to it) to do something • iets nauwelijks aankunnen, het erg moeilijk hebben om iets te doenput under • verdoven, onder narcose brengenput it/one/something across someone • het iemand flikken, iemand beetnemenI put it to him that he was wrong • ik hield het hem voor dat hij het verkeerd hadput oneself to it to do something • zich ertoe zetten iets te doen→ put about put about/, put across put across/, put ahead put ahead/, put aside put aside/, put away put away/, put back put back/, put behind put behind/, put by put by/, put down put down/, put forth put forth/, put forward put forward/, put in put in/, put off put off/, put on put on/, put out put out/, put over put over/, put through put through/, put to put to/, put together put together/, put up put up/ -
8 bracket
n. steun, plankdrager, kraagsteen--------v. tussen haakjes zetten; onder één groep brengenbracket1[ brækit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 steun ⇒ plankdrager, kraagsteen, console♦voorbeelden:————————bracket2〈 werkwoord〉 -
9 quote
n. citaat, aanhaling; aanhalingsteken; notering--------v. citeren, aanhalen; de nadruk leggen; de prijs opgeven; tussen aanhalingstekens zettenquote1♦voorbeelden:————————quote2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 he quotes you as having argued that … • volgens zijn woorden heb jij betoogd dat …2 the stocks were quoted at … • de aandelen werden genoteerd op …3 according to this newspaper the president said (quote) we shall win (unquote) • volgens deze krant zei de president (ik citeer) we zullen overwinnen (einde citaat) -
10 space
n. ruimte; tijdruimte; spatie; afstand; tussenruimte; periode--------v. ruimte laten tussen, spatiërenspace1[ spees]2 plaats ⇒ ruimte, gebied♦voorbeelden:1 keep a space of thirty yards between cars • tussen de wagens een afstand van honderd meter bewaren2 clear a space for someone/something • ruimte maken voor iemand/iets1 ruimte2 (wereld)ruimte ⇒ heelal, universum♦voorbeelden:————————space2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 space out • over meer ruimte/tijd verdelen, spreidenspace out payments • betalen in termijnen -
11 settle
n. een bank met hoge leuning--------v. regelen; bijleggen; regeling treffen; bevolken; vaststellen; betalen; vestigen, koloniseren; wonen; (be)landensettle1[ setl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————settle21 gaan zitten ⇒ zich neerzetten, neerstrijken♦voorbeelden:darkness settled on the town • duisternis daalde neer op de stadsettle back in a chair • gemakkelijk gaan zitten in een stoelwe haven't yet settled in • we zijn nog niet op ordesettle for something • genoegen nemen met ietssettle into new surroundings • wennen aan een nieuwe omgevingsettle (down) to something • zich ergens op concentreren, zich ergens toe zetten→ settle down settle down/♦voorbeelden:settle with someone • rekening/schulden betalen aan iemand→ settle down settle down/2 vestigen 〈 in woonplaats, maatschappij〉 ⇒ 〈 bij uitbreiding〉 aan een goede baan helpen, aan de man/vrouw brengen7 schikken ⇒ bijleggen, tot een schikking komen8 〈 informeel〉 afrekenen met 〈 alleen figuurlijk〉 ⇒ tot zwijgen brengen, doen ophouden; betaald zetten♦voorbeelden:4 she settled her mother among the pillows • zij legde haar moeder comfortabel neer tussen de kussensshe settled herself in the chair • zij nestelde zich in haar stoel6 that settles it! • dat doet de deur dicht!settle into • zich thuis doen voelen insettle on • vastzetten op -
12 WW
wereldoorlog, oorlog tussen vele landen op verschillende plaatsen op de wereld (Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog)WW (World War) -
13 commuter marriage
n. huwelijk tussen een paar dat niet bij elkaar woont omdat hun baantjes in andere plaatsen zijn en die regelmatig van de een naar de ander reizen om elkaar te zien -
14 high voltage line
hoogvoltagekabel (kabel waar door electrische stroom wordt vervoerd tussen plaatsen of wijken) -
15 isostasy
n. Isostasie (bij geologie - theorie die beweert dat de hoeveelheid materiaal tussen oppervlakte en het centrum van de aardbol op alle plaatsen hetzelfde is) -
16 isostatically
adv. op isostatische wijze (in geologie-wanneer hoeveelheid stof tussen aardoppervlakten tov centrum op alle plaatsen overeenkomst) -
17 non-intervention
het niet tussen beiden komen (beleid volgens welke elke staat verantwoordelijk is voor zichzelf en zich niet moet bemoeien met andere plaatsen op de wereld) -
18 proportional font
verhoudingsgewijze letterfamilie, evenredige ruimte (plaatsen van passende ruimten tussen woorden met in acht neming van verschil in breedte van letters) -
19 correspondance
correspondance [korrespõdãs]〈v.〉1 correspondentie ⇒ briefwisseling, post2 overeenkomst ⇒ overeenstemming, verwantschap♦voorbeelden:prendre une, la correspondance • overstappenf2) overeenkomst, overeenstemming3) aansluiting, verbinding -
20 cloisonnage
cloisonnage [klwaazonnaazĵ]〈m.〉2 (het) plaatsen van scheidswanden, tussenschotten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Geschichte der niederländischen Rechtschreibung — Dieser Artikel handelt von der Geschichte der niederländischen Rechtschreibung. Die Rechtschreibung des Niederländischen wird in den Niederlanden, Flandern und Suriname offiziell verwendet. Der Gebrauch der offiziellen Rechtschreibung ist für den … Deutsch Wikipedia